In 2004 was er gezinsuitbreiding op komst. En als het moet kan je best wel wat spullen in een kleine/compacte auto kwijt. Maar gelukkig waren we in de mogelijkheid om een grotere auto aan te schaffen. Hoefde niet direct een stationbak te worden en beide waren we best wel gecharmeerd van een Mazda 323 uitvoering. De kleur boeit ons niet heel veel, een auto is primair bedoeld om je (redelijk) comfortabel van A naar B te vervoeren. En dat zou best moeten gaan lukken met de grijze-duiven-mazda 🙂
De Mazda was weer iets luxer dan de Civic. Maakte minder motorlawaai had een heuse airco en een sleurhaak. Die sleurhaak was (later) handig voor het fietsenrek en een eerste Humbaur (aluminium) aanhangwagentje. Van de Mazda heb ik weinig aan onderhoudshistorie bijgehouden. Ook deze auto had 1 euvel (komt later bij de Renault Megane ook weer terug), bij bepaalde temperaturen (meestal rond de -3 /-4) wilde hij niet starten. De mazda dealer heeft het nooit kunnen vinden. Op het einde 1x een demper van de achterklep moeten vervangen. En toen we hem inruilde, begon de 2e demper van de klep ook het te begeven.
Voor de rest goede ervaringen met de 323F, ook tijdens de verhuizingen bleek het een allemans vriend. De auto en de aanhangwagen konden vol worden geladen en karre-maar. Ook voor het vakantiewerk was het een prima gezelschap.